PORTRET ZOEKT DEKKING

Als kind kun je onder een tafel gaan zitten en denken dat niemand je mist. Een volwassene droomt graag van een afgelegen eiland, zo'n oord waar zelfs de belastingdienst je niet vindt. Het verlangen om uit het sociale verband te treden, de wens om niet te worden opgemerkt, kan je om uiteenlopende redenen bevangen. Als een treinrover buiten het vizier van de politie wil blijven, zoekt hij doorgaans een nieuw continent en een nieuwe identiteit. Maar wat doet een normaal mens zonder boevenverleden of veel geld wanneer hij zich toch aan andermans waarneming wil onttrekken?

Een oester sluit zijn schelp, een haas kruipt in zijn leger. Dieren maken zich op verschillende manieren onzichtbaar - ten bate van eigen rust of veiligheid. Een van de meest fascinerende wijzen waarop zij dat doen, is het vermogen om op te gaan in de omgeving. Sommige vissen, nestelende vogels of de kameleon kunnen zich in kleur en patroon zo aanpassen aan de omgeving dat ze er één geheel mee worden. Ze camoufleren zich en je ziet ze niet. Of liever : je ziet ze wel, maar onderscheidt ze niet.

Desiree Palmen heeft in het verleden veel interesse aan de dag gelegd voor biologie en geologie. In tekeningen gaf ze de wetenschappelijke feiten vorm en voegde daar haar eigen interpretatie aan toe. Ze exposeerde vaak in een natuurhistorische omgeving, in andere musea dan de kunstmusea. En dat ook nog in omringende landen als België en Duitsland, alsof ze, vanuit de Nederlandse kunstwereld geredeneerd, haar werk slechts toevertrouwde aan een gecamoufleerde context - nog voor de camouflage haar onderwerp werd.

Zo kon het gebeuren dat niemand erop bedacht was, toen haar werk twee jaar geleden in volle rijpheid opdook in Amsterdam. Haar tentoonstelling bij Reuten Galerie maakte direkt indruk. Desiree Palmen, die van 1963 is, en aan de stadsacademie en de Jan van Eyck Akademie in Maastricht is opgeleid, toonde haar obsessie met de natuurlijke habitat nu in geënsceneerde foto's. Ditmaal stond de mens centraal. Niet de mens als individu, maar de mens als lid van zijn soort, de bewoners van de gebouwde omgeving. Had haar woonplaats Rotterdam haar beïnvloed? Aardig detail is dat het contact met de galerie via Rotterdam liep. Palmen zit op dezelfde voetbalclub als Vanessa Jane Pfaff, een schilderes die via Reuten een komeetsnelle carrière heeft gemaakt.

Palmens obsessie met de mens in een gedragsbepalende omgeving kondigde zich een paar jaar geleden al aan in Wenen. Ze deed er een performance in een restaurant. Het was zo'n gelegenheid met roodgeblokte kleedjes op de tafels. Zelf was de kunstenares ook roodgeblokt gekleed. Haar bloes vormde een geheel met het tafellaken. Terwijl de andere bezoekers na hun consumptie weer wegliepen, moest zij blijven zitten. Ze zat immers vast aan het kleed. Op een simpele metaforische wijze wist ze ons eraan te herinneren dat we ons minder vrij bewegen dan we denken, gebonden als we zijn aan de codes van de sociale omgeving. Hoewel haar actie ingetogen van aard was, veroorzaakte ze ter plekke veel commotie. Drie foto's waarin de hoofdpersoon opgaat in het tafelkleed, zijn speciaal aangeschaft voor het AMC-restaurant. Ook de hiernaast afgebeelde foto (in AMC magazine), te zien in de gang bij het Dagcentrum, geeft een moment weer van een performance. We zien een persoon in een camouflagepak met weggedraaid gezicht. Een Mister Nobody die zich, gehuld in het patroon van de omgeving, zo opstelt dat hij daarin volkomen schuilgaat. Door zo stil mogelijk te blijven staan, bereikt hij het grootste effect. Wat fotografisch werd vastgelegd, is een actie van zo gering mogelijke activiteit.

Opnieuw bewijst de foto zich hier als een uitgelezen bewaarmiddel voor een conceptueel werk, waarvan de voorbereiding een bewerkelijk procédé is. De kunstenares maakt zelf het camouflagepak. Voor elke foto, voor elke omgeving van haar keuze, ontwerpt ze een nieuw pak, dat steeds met de grootste precisie moet zijn uitgevoerd, anders werkt het illusoire effect niet. Door het laten samenvallen van figuur en achtergrond bereikt Desiree Palmen een visueel verrassingseffect dat van het waarnemend oog een bijzondere inspanning vraagt : het moet ontwarren wat plat en wat ruimtelijk is. Terwijl de feitelijke ruimte diepte garandeert door zich af te bakenen als een hoek. Daarmee voegt dit werk een eigenwijs refrein toe aan het kunsthistorische epos over de platte drager met denkbeeldig doorzicht.

Inhoudelijke is het werk van een minder triomfantelijke toon. Het portret van een dekkingzoekend non-individu brengt de achterkant in beeld van ons in economische zin zo succesvolle leefgebied. We lezen er de aarzeling in, de angst of de weerspannigheid om deel uit te maken van een wereld waarop jezelf geen grip hebt. Een wereld die daarentegen wel grip heeft op jou. Die je gevangen houdt in het alomtegenwoordige kunstlicht en in de optimale zichtbaarheid, ten dienste van een gecontroleerde samenleving. Alleen wie zich aanpast, kan zich er mogelijkwijs aan onttrekken.

Met haar kritische subtekst sluit Desiree Palmen aan bij een generatie jonge kunstenaars die de urbane omgeving als onderzoeksgebied kiezen en daaraan een persoonlijke bijdrage leveren. Kunstenaars als Renée Kool, Rirkrit Tiravanijia, Alicia Framis en Otto Berchem bestrijden de anonimiteit met hun directe, vaak fysieke benadering in tijdelijke acties. Het grote verschil is dat Palmens commentaar indirekt is en terughoudend. Zij stapt niet, zoals deze kunstenaars soms doen, op de toeschouwer toe, ze doet het omgekeerde. Haar werk nodigt de toeschouwer uit een stap naderbij te doen. Alleen van dichtbij laat de schuilplaats zich kennen als een context voor sociale ontsnapping.

Tineke Reijnders / AMC magazine / juni 2002

Back